• heel·kun·dig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen heelkundig heelkundiger heelkundigst
verbogen heelkundige heelkundigere heelkundigste
partitief heelkundigs heelkundigers -

heelkundig

  1. (medisch) voor, van of bij het genezen met operaties
    • Natuurlijk is het zo dat binnen de operatiekamer het succes van een operatie het meest gebaat is met zuiver technisch handelen en het analytisch en linkerhersenhelft georiënteerde denken de overhand heeft, in het bijzonder in stressvolle en levensbedreigende situaties. Evenwel dit is maar een gedeelte van het heelkundig handelen. Het zijn onder de medici veelal chirurgen en met name de oncologisch georiënteerde chirurgen, die zich ook bezighouden met de emotionele kanten van het ziek zijn en beter worden. [2]