hartkramp
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hart·kramp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hartkramp | hartkrampen |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
- hartaandoening die pijn op de borst veroorzaakt
- ▸ Magnus viel niet, braakte niet, hallucineerde niet, kreeg geen hartkramp, stierf niet.[2]
- ▸ De thuiszorgmedewerkers komen gelukkig nog bij haar moeder langs, vertelt Bloem, maar ze zijn sinds de virusuitbraak wel bang en extra voorzichtig geworden. Naast Alzheimer heeft haar moeder last van hartkramp en moet daarvoor iedere dag medicijnen slikken. "Doet ze dat niet, dan krijgt ze hevige pijnen."[3]
Synoniemen
Vertalingen
1. hartaandoening die pijn op de borst veroorzaakt
Gangbaarheid
- Het woord hartkramp staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ “Noorderlicht” (2021), de Crime Compagnie, ISBN 9789461094766
- ↑ Weblink bron Floor Ligtvoet“Mantelzorgers onder druk: 'Wie zorgt er voor mijn moeder als ik ziek word?'” (29-03-2020), NOS