handwarm

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  handwarm    (hulp, bestand)
• IPA: / ˈhɑntwɑr^əm / (2 of 3 lettergrepen)
  • (Noord-Nederland): /ɦɑnt.ʋɑrm/
  • (Vlaanderen, Brabant): /ɦɑnt.β̞ɑrm/
  • (Limburg): /hɑnd.wɑrm/

Woordafbreking

• hand·warm

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  hand  en  warm 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	handwarm	handwarmer	handwarmst
verbogen	handwarme	handwarmere	handwarmste
partitief	handwarms	handwarmers	-

Bijvoeglijk naamwoord

handwarm

1. een temperatuur hebbend aangenaam voor de hand

   • Kan je een kannetje handwarm water klaarmaken voor het deeg? 

Verwante begrippen

• lauwwarm

Vertalingen

    1.   

Spaans: templado (es)

Gangbaarheid

• Het woord handwarm staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.