• hand·rem
enkelvoud meervoud
naamwoord handrem handremmen
verkleinwoord handremmetje handremmetjes

de handremm

  1. met de hand bediende rem
    • Bekende handremmen zijn die van een fiets en de parkeerrem van een auto. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be