handelspost
Nederlands
Uitspraak
- Geluid: handelspost (hulp, bestand)
Woordafbreking
- han·dels·post
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handelspost | handelsposten |
verkleinwoord |
Zelfstandig naamwoord
de handelspost m
- plaats of nederzetting waar men handel drijft
- De gewone omgangstaal van de Nederlandse kolonisten en de inheemse bevolking bleef wel het Portugees, maar in formele situaties was het Nederlands gebruikelijk. Dat kwam omdat de Nederlanders niet enkel de handelsposten bewoonden, maar ook overheidsfuncties op zich namen in Ceylon.[2]
- Zo is een oude Mesopotamische handelspost in gevaar, net als een 4500 jaar oude stad waar duizenden kleitabletten werden bewaard. Ook een kapel met de oudste afbeelding van Jezus Christus wordt bedreigd, blijkt uit het rapport waarover The Washington Post zaterdag bericht.[3]
Verwante begrippen
Antoniemen
Vertalingen
1. nederzetting waar men handel drijft
Gangbaarheid
- Het woord handelspost staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "handelspost" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ de Standaard 25 JULI 2017
- ↑ Volkskrant 20 december 2014
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be