Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • han·dels·land
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord handelsland handelslanden
verkleinwoord handelslandje handelslandjes

Zelfstandig naamwoord

het handelslando

  1. (economie) een land dat veel geld verdient met de inkoop, verkoop en transport van goederen
     Er moest wel verkocht blijven worden in dit handelsland. Alle specialisten op het gebied van business development, vooral degenen met ervaring, zijn gewild.[1]
     De luchtvaartsector verdedigt het hub-and-spoke-model van Schiphol met meer dan 300 bestemmingen. Vincent van Hooff, het Hoofd Vliegdienst van KLM, meent dat Nederland als internationaal handelsland deze verbindingen nodig heeft om een welvarende economie te hebben.[2]
Vertalingen

Gangbaarheid


Verwijzingen

  1.   Weblink bron “Deze sectoren bieden in 2021 de meeste kansen voor werkzoekenden” (06-04-2021), Tubantia
  2.   Weblink bron
    Judith van de Hulsbeek
    “Omwonenden: Schiphol kan 100 bestemmingen missen” (14 mei 2022), NOS