handelsakkoord
- han·dels·ak·koord
- samenstelling van handel en akkoord met het invoegsel -s-
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | handelsakkoord | handelsakkoorden |
verkleinwoord |
het handelsakkoord o
- overeenkomst tussen twee of meer landen waarin men de handel en de handelstarieven regelt met name gericht op het verminderen van handelsbelemmeringen
- Nog eens ongeveer veertig andere Joodse zakenlieden zijn opgepakt omdat ze zaken hebben gedaan met de Sovjet-Unie. Dat was een paar jaar geleden, toen Irak nog een handelsakkoord had met de Russen. Hetzelfde vergrijp heeft geen gevolgen voor zakenlieden met een ander geloof. Het gerucht gaat dat een aantal Joden zichzelf heeft weten vrij te kopen voor tienduizend pond per persoon. Dat is veel geld.[1]
- Dat het klimaatprobleem dat kan, komt doordat het zo urgent is en gevolgen heeft voor, tja, iedereen op aarde. Hetzelfde geldt voor veel andere kwesties die ik tot nu toe heb besproken, zoals belastingverhoging voor de rijken, het tegenhouden van nieuwe handelsakkoorden of het herinvesteren in het publieke domein. Maar voordat we dit soort verbonden kunnen aangaan, moeten we eerst wat slechte gewoonten afleren. [2]
1. overeenkomst tussen twee of meer landen waarin men de handel en de handelstarieven regelt met name gericht op het verminderen van handelsbelemmeringen
- Het woord handelsakkoord staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- ↑ Neurink, Judit De Joodse bruid 2014 ISBN 978-94-9192107-0 pagina 172
- ↑ Klein, Naomi No time vertaald door Ineke van den Etskamp, Marianne Gaasheek e.a. 2014 ISBN 978-90-445-3376-7 pagina 177