• half·waar·de·tijd
enkelvoud meervoud
naamwoord halfwaardetijd halfwaardetijden
verkleinwoord - -

de halfwaardetijdm

  1. (techniek), (natuurkunde) de tijd waarin een exponentieel vervallend proces tot de helft van zijn oorspronkelijke waarde vermindert
    • Bij de kernramp kwamen zowel isotopen met een vrij korte halfwaardetijd zoals jodium en cesium als isotopen met een middellange halfwaardetijd zoals plutonium met 24.000 jaar.