halfvloeibaar

Nederlands

Uitspraak

• Geluid:  halfvloeibaar    (hulp, bestand)

Woordafbreking

• half·vloei·baar

Woordherkomst en -opbouw

• samenstelling van  half  en  vloeibaar 

	stellend	vergrotend	overtreffend
onverbogen	halfvloeibaar	halfvloeibaarder	halfvloeibaarst
verbogen	halfvloeibare	halfvloeibaardere	halfvloeibaarste
partitief	halfvloeibaars	halfvloeibaarders	-

Bijvoeglijk naamwoord

halfvloeibaar

1. een stof die niet vloeibaar en niet vast is maar er tussenin

   • Tandpasta is een voorbeeld van een halfvloeibare vloeistof. 

Verwante begrippen

• pap, tandpasta

Vertalingen

    1.   

Engels: semifluid (en)

Gangbaarheid

• Het woord 'halfvloeibaar' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.