• haar·wrong
enkelvoud meervoud
naamwoord haarwrong haarwrongen
verkleinwoord

de haarwrongm

  1. bundel in elkaar gedraaid, lang haar
     Tefjes man, dichter ERIK TONG AH YONG (Met mijn handen om moeders haarwrong), heeft om die reden ook vorige maand een poging tot zelfmoord gedaan die jammerlijk mislukte.[1]
     Een haarwrong werd kunstig over de andere schouder gesmeten.[2]
64 % van de Nederlanders;
56 % van de Vlamingen.[3]
  1.   Weblink bron “Boekenbal 2012” (14 maart 2012), Het Parool
  2.   Weblink bron
    Guido Everaert
    “Als we gepersonaliseerde nummerplaten nu eens zien als indicatie voor een hogere vermogensbelasting?” (16 september 2015), De Morgen
  3.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be