• hær
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord herr
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hær     hæren     hære     hærene  
genitief   hærs     hærens     hæres     hærenes  

hær, g

  1. (militair) landmacht, leger
  2. (militair) krijgsmacht, militairen
  3. (figuurlijk) leger (een grote hoeveelheid)
  • [1]: privat hær
prive-leger


  • hær
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord herr
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hær     hæren     hærer     hærene  
genitief   hærs     hærens     hærers     hærenes  

hær m

  1. (militair) landmacht, leger
  2. (militair) krijgsmacht, militairen
  3. (figuurlijk) leger (een grote hoeveelheid)
  • [1]: Hæren
het leger
  • [1]: Hæren, Sjøforsvaret og Luftforsvaret
leger, marine en luchtmacht


  • hær
  • Afkomstig van het Oudnoorse woord herr
  enkelvoud meervoud
onbepaald bepaald onbepaald bepaald
nominatief   hær     hæren     hærar     hærane  

hær m

  1. (militair) leger
  2. (militair) landmacht
  3. (figuurlijk) leger (een grote hoeveelheid)
  • [2]: ståande hær
het staand leger