• gsaat
  • Pennsylvania-Duitse werkwoordsvorm van saage met het voorvoegsel g- en met de woorduitgang -t
Sterke
verbuiging [1]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief gsaader gsaadi gsaades gsaade
datief gsaadem gsaader gsaadem gsaade
accusatief gsaader gsaadi gsaades gsaade
Zwakke
verbuiging [2]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief gsaade gsaade gsaade gsaade
datief gsaade gsaade gsaade gsaade
accusatief gsaade gsaade gsaade gsaade
Gemengde
verbuiging [3]
mannelijk
enkelvoud
vrouwelijk
enkelvoud
onzijdig
enkelvoud
meervoud
nominatief gsaader gsaadi gsaades gsaade
datief gsaade gsaade gsaade gsaade
accusatief gsaader gsaadi gsaades gsaade

gsaat

  1. gezegd

gsaat

  1. voltooid (verleden) deelwoord van saage [4]

hot gsaat

  1. derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van saage [4]
  • Er hot gsaat: ...
Hij heeft gezegd: ...

hab gsaat

  1. zwakke verbuiging eerste persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van saage [4]

hot gsaat

  1. zwakke verbuiging derde persoon enkelvoud voltooide tijd aantonende wijs bedrijvende vorm van saage [4]

hot gsaat

  1. zwakke verbuiging derde persoon enkelvoud aantonende wijs bedrijvende vorm van saage [4]
  1. zonder lidwoord
  2. met bepaald lidwoord
  3. met onbepaald lidwoord: ein, kein, mein, dein, sein, ihr (v, enk), unser, euer, ihr (mv), Ihr
  4. 4,0 4,1 4,2 4,3 4,4 Het voltooid deelwoord gsaat wordt gecombineerd met een persoonsvorm van het hulpwerkwoord hawwe.