grote tepelhoren
- (IPA in voorbereiding)
- gro·te te·pel·ho·ren
- verbinding van grote en tepelhoren
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote tepelhoren | grote tepelhorens |
verkleinwoord | groot tepelhorentje | grote tepelhorentjes |
het grote tepelhoren o
- (buikpotigen) Euspira catena een slakkensoort uit de familie van de Naticidae . De wetenschappelijke naam van de soort is voor het eerst geldig gepubliceerd in 1778 door da Costa
- Het woord 'grote tepelhoren' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.