grote strandschelp

Nederlands

 
Uitspraak
  • (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
  • gro·te strand·schelp
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord grote strandschelp grote strandschelpen
verkleinwoord groot strandschelpje grote strandschelpjes

Zelfstandig naamwoord

de grote strandschelpv / m

  1. (tweekleppigen) Mactra stultorum   een in zee levend tweekleppig weekdier waarvan de schelp vrij dunschalig is en min of meer ovaal. De top ligt vrijwel in het midden. De buitenkant is glad en glanzend met alleen fijne groeilijntjes. Lengte tot 65 mm, hoogte tot 50 mm
Hyperoniemen

Gangbaarheid

Meer informatie