grote strandschelp
- (IPA in voorbereiding)
- gro·te strand·schelp
- verbinding van grote en strandschelp
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grote strandschelp | grote strandschelpen |
verkleinwoord | groot strandschelpje | grote strandschelpjes |
- (tweekleppigen) Mactra stultorum een in zee levend tweekleppig weekdier waarvan de schelp vrij dunschalig is en min of meer ovaal. De top ligt vrijwel in het midden. De buitenkant is glad en glanzend met alleen fijne groeilijntjes. Lengte tot 65 mm, hoogte tot 50 mm
- Het woord 'grote strandschelp' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.