• (IPA in voorbereiding)
  • gro·te man·tel
enkelvoud meervoud
naamwoord grote mantel grote mantels
verkleinwoord groot manteltje grote manteltjes

de grote mantelm

  1. (tweekleppigen) Pecten maximus   een mantelschelp (familie Pectinidae  ) die voorkomt in de Atlantische Oceaan. Dit is de eigenlijke “sint-jakobsschelp”, maar verwarring bij Linnaeus resulteerde erin dat de Middellandse Zeesoort Pecten jacobaeus   (Linnaeus, 1758), naar Sint-Jakob werd vernoemd