grootbekbotten
- (IPA in voorbereiding)
- groot·bek·bot·ten
- samenstelling van grootbek zn en botten zn
- grootbekbot zn met de uitgang -en
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grootbekbotten | |
verkleinwoord |
de grootbekbotten mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord grootbekbot
- meervoudsvorm als officiële benaming (straalvinnigen) een familie Psettodidae in de orde van de platvissen (Pleuronectiformes ). De familie omvat slechts één geslacht en drie soorten
- Het woord 'grootbekbotten' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.