• (IPA in voorbereiding)
  • groot rim·pel·mos
enkelvoud meervoud
naamwoord groot rimpelmos grote rimpelmossen
verkleinwoord groot rimpelmosje grote rimpelmosjes

het groot rimpelmoso

  1. (mossen) Atrichum undulatum   een mos uit de familie Polytrichaceae  . Het komt voor op schaduwrijke, humusrijke, min of meer vochtige, leembodems, zoals op taluds in loofbossen. De stengels zijn rechtopstaand, onvertakt en rondom bebladerd. De bladeren zijn vijf tot tien millimeter lang, tongvormig, lancetvormig en in dwarsrichting golvend, de onderzijde is getand. De bladrand is ruwweg dubbel gekarteld en gefranjerd