groezig
- groe·zig
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | groezig | groeziger | groezigst |
verbogen | groezige | groezigere | groezigste |
partitief | groezigs | groezigers | - |
groezig [1]
- vuil en met weinig kleur
- Het woord 'groezig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "groezig" herkend door:
43 % | van de Nederlanders; |
44 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be