grijsbokken
- Geluid: grijsbokken (hulp, bestand)
- (IPA in voorbereiding)
- grijs·bok·ken
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grijsbokken | |
verkleinwoord |
de grijsbokken mv
- meervoud van het zelfstandig naamwoord grijsbok
- meervoudsvorm als officiële benaming (evenhoevigen) een geslacht Raphicerus van de echte antilopen
- [2] echte antilopen, holhoornigen, herkauwers, evenhoevigen, zoogdieren, viervoeters, gewervelden, chordadieren, dieren
- Het woord 'grijsbokken' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
- Zie Wikipedia voor meer informatie.