grasvlakte
- Geluid: grasvlakte (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣrɑsflɑktə / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχrɑsvlɑktə/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣrɑsvlɑktə/
- gras·vlak·te
- samenstelling van gras en vlakte
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | grasvlakte | grasvlakten, grasvlaktes |
verkleinwoord | grasvlaktetje | grasvlaktetjes |
de grasvlakte v
- een groot stuk land dat met gras is begroeid
- Op een van de grasvlakten buiten het dorp staan prachtige wilde bloemen.
1. een groot stuk land dat met gras is begroeid
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- Het woord grasvlakte staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.