grafkuil
  • graf·kuil
enkelvoud meervoud
naamwoord grafkuil grafkuilen
verkleinwoord grafkuiltje grafkuiltjes

de grafkuilm

  1. ruimte waar de stoffelijke overschotten van een overledene kunnen rusten
    • Ze werden vorig jaar gevonden in een grafkuil in een suikerrietplantage, vermoedelijk na een afrekening in het drugscircuit. Een Venezolaanse man werd ook al opgepakt voor de moord.[2] 
    • Op de bewuste dag had Temme met W. afgesproken. W. zou Temme hebben voorgehouden dat er een grafkuil voor iemand anders moest worden gegraven. Gewapend met scheppen, joints en drank dolven de twee vrienden de kuil, waarin T. ten slotte zelf in bewusteloze toestand belandde.[3] 
97 % van de Nederlanders;
96 % van de Vlamingen.[4]