Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • graat·ma·ger
Woordherkomst en -opbouw
stellend
onverbogen graatmager
verbogen graatmagere
partitief graatmagers

Bijvoeglijk naamwoord

graatmager [1]

  1. heel erg slank
     Ik zat aan de telefoon, en plotseling kwam er een belachelijk lang, graatmager meisje met een pony binnen.[2]
     Het is een spannend weekend voor modeliefhebbers: de New York Fashion week is begonnen. Dit jaar met een primeur: voor het eerst lopen er plus-size modellen over de catwalk. Het is een duidelijke boodschap aan de modewereld: "Maatje graatmager, dat kan echt niet meer", vindt de organisatrice.[3]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Verwijzingen

  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Taylor Jenkins Reid
    “Daisy Jones & the Six” (2019), Ambo Anthos, ISBN 9789026349249
  3.   Weblink bron “"Modellen: eten is oké!"” (07-09-2013), NOS