• goo·ge·len
  • Verbalisering van de naam Google.
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
googelen
googelde
gegoogeld
zwak -d volledig

googelen

  1. overgankelijk naar informatie zoeken op het internet, m.n. met Google
    • Tegenwoordig kun je zowat alles googelen. 
88 % van de Nederlanders;
89 % van de Vlamingen.[2]
  1.   Weblink bron Gearchiveerde versie
    Christopher Bergma
    “Met de ‘g’ van ‘googelen’” (1 september 2019) op isoglosse
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be