googelen
- Geluid: googelen (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɡuɡələ(n) / (3 lettergrepen); /ˈgu:gələ(n)/
- (Noord-Nederland): /ˈɡu.ɡə.lə(n)/
- (Limburg): /ˈɣu.ɣə.lə(n)/
- (Vlaanderen, Brabant): /ˈɣu.ɣə.lə(n)/[1]
- goo·ge·len
- Verbalisering van de naam Google.
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
googelen |
googelde |
gegoogeld |
zwak -d | volledig |
googelen
- overgankelijk naar informatie zoeken op het internet, m.n. met Google
- Tegenwoordig kun je zowat alles googelen.
1. naar informatie zoeken op het internet, m.n. met Google
- Het woord googelen staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "googelen" herkend door:
88 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Weblink bron Gearchiveerde versie Christopher Bergma“Met de ‘g’ van ‘googelen’” (1 september 2019) op isoglosse
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be