golfgeleider
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- golf·ge·lei·der
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van golf zn en geleider zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | golfgeleider | golfgeleiders |
verkleinwoord | golfgeleidertje | golfgeleidertjes |
Zelfstandig naamwoord
- (elektrotechniek) (telecommunicatie) metalen, meestal rechthoekige, buis die wordt gebruikt om golven, zoals elektromagnetische golven of geluid te geleiden met zo weinig mogelijk verlies
Synoniemen
Vertalingen
1.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.