Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • goei·ig
Woordherkomst en -opbouw
  • afgeleid van goed met het achtervoegsel -ig
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen goeiig goeiiger goeiigst
verbogen goeiige goeiigere goeiigste
partitief goeiigs goeiigers -

Bijvoeglijk naamwoord

goeiig

  1. goed en vriendelijk, maar niet al te snugger
    • Hij is zo goeiig dat je hem van alles wijs kunt maken. 
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

82 % van de Nederlanders;
46 % van de Vlamingen.[1]

Verwijzingen

  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be