gloeien
- gloei·en
- In de betekenis van ‘door verhitting stralen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1287 [1]
stamtijd | ||
---|---|---|
onbepaalde wijs |
verleden tijd |
voltooid deelwoord |
gloeien |
gloeide |
gegloeid |
zwak -d | volledig |
gloeien
- (metallurgie) het verhitten en langzame afkoelen van metaal
- (natuurkunde) dat licht geven van materiaal wanneer het een zeer hoge temperatuur bereikt
- aangloeien, alpengloeien, doorgloeien, nagloeien, ontgloeien, opgloeien, overgloeien, uitgloeien, vergloeien, voorgloeien
- Het woord gloeien staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gloeien" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
100 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "gloeien" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be