Samen een gezelschapsspel spelen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·zel·schaps·spel
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gezelschapsspel gezelschapsspellen
gezelschapsspelen
verkleinwoord gezelschapsspelletje gezelschapsspelletjes

Zelfstandig naamwoord

het gezelschapsspelo

  1. (spel) een spel dat wordt gespeeld voor de gezelligheid
    • Elke zondagavond spelen ze met hun kinderen een gezelschapsspel. 
Vertalingen

Meer informatie

Gangbaarheid