gezagsdrager
- Geluid: gezagsdrager (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈzaxsdraɣər / (4 lettergrepen)
- ge·zags·dra·ger
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gezagsdrager | gezagsdragers |
verkleinwoord | gezagsdragertje | gezagsdragertjes |
de gezagsdrager m
- iemand die moet worden gehoorzaamd omdat hij namens de overheid optreedt
- De gezagsdrager kan vanuit zijn bevoegdheid de onderdaan 'bevelen'.[2]
- (regering) (Bonaire, Sint Eustatius, Saba) dagelijks bestuurder van het eiland, vergelijkbaar met een burgemeester
- (historisch) (regering) (Nederlandse Antillen) dagelijks bestuurder van een eiland, vergelijkbaar met een burgemeester
- Het woord gezagsdrager staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.