• ge·zags·dra·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord gezagsdrager gezagsdragers
verkleinwoord gezagsdragertje gezagsdragertjes

de gezagsdragerm

  1. iemand die moet worden gehoorzaamd omdat hij namens de overheid optreedt
    • De gezagsdrager kan vanuit zijn bevoegdheid de onderdaan 'bevelen'.[2] 
    1. (regering) (Bonaire, Sint Eustatius, Saba) dagelijks bestuurder van het eiland, vergelijkbaar met een burgemeester
    2. (historisch) (regering) (Nederlandse Antillen) dagelijks bestuurder van een eiland, vergelijkbaar met een burgemeester