gewichtsverlies
  • ge·wichts·ver·lies
enkelvoud meervoud
naamwoord gewichtsverlies gewichtsverliezen
verkleinwoord gewichtsverliesje gewichtsverliesjes

het gewichtsverlieso

  1. het minder worden van de massa van een persoon of voorwerp
     Niet alleen het gewichtsverlies zit hem dwars, maar ook zijn hoest, daarmee is het begonnen en die hoest is er nog steeds, een hoest die zijn bronchiën verscheurt, die de mensen bezorgd maakt.[2]
     Toen hij de gevangenis in ging in februari woog Navalny 93 kilo. Naar eigen zeggen was hij aan het eind van zijn hongerstaking, op 23 april, meer dan 20 kilo afgevallen. Als hij nu dus weer 82 kilo weegt, zou dat betekenen dat hij ongeveer helft van zijn gewichtsverlies heeft 'goedgemaakt'.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Johan Harstad (vert. Edith Koenders en Paula Stevens)
    “Max, Mischa & het Tet-offensief” (2017), Podium  , ISBN 9789057598500
  3.   Weblink bron “Eerste Instagram-post Navalny in weken, vragen over gezondheid blijven” (20-05-2021), NOS