• ge·voi·leerd
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gevoileerd
verbogen gevoileerde
partitief gevoileerds s -

gevoileerd

  1. door een sluier aan het zicht onttrokken
     Steeds meer plukken ooibos stonden er op de kale veenvacht; steeds vuriger ook gloeide die huid in de pijn van al dat paars, vlammende velden koekoeksbloem, vakken ridderzuring, een vleug ratelaar, giftige beenbreek en bolderik in koortsvlekken en bovenal wilgeroos, wilde, stormachtige vlagen purper, verschietend als gloeiende turf, onbedaarlijk vloekend tegen de rosse dophei met gele uitslag van grassen, bochtige smele en pijpestro, het roestige fond dat te zamen met al het paars wegijlde naar de einder, vernevelend in roze en wit, fluïdaal, gevoileerd.[2]
     “Ik, voor mij, vind dat het rooken of desnoods het nonchalant tusschen de lippen houden (liefst een beetje naar beneden hangend) van een sigaret, door een bevallige dame met mooie dentuur, haar iets pikants geeft. Misschien komt dit wel door het coquetteeren met de mooie tanden of – door het afstekende rood der lippen – gepaard met de doorgaans (tengevolge van den opkronkelenden rook) gevoileerde oogen. Want dat de vrouw en règle rooken smakelijk vindt? …mijns inziens – geen kwestie van. ’t Is drie vierde een ijdelheidsmanoeuvre.”[3]
  2. (figuurlijk) omfloerst
     "Het was ongelooflijk als zij in haar eentje op het toneel stond. Dan móest je naar haar kijken, ze had een enorme uitstraling. En een mooie lage stem, een beetje gevoileerd. En ze begreep ieder woord dat ze zong, dat is heel belangrijk bij Nederlandstalige muziek."[4]


  1. gevoileerd op website: Etymologiebank.nl
  2. Gewassen vlees”   (2014), Em. Querido's Uitgeverij  , ISBN 9789021436173
  3.   Weblink bron
    Geschreven door:Lisa Bouyeure
    “Rokers zijn de ijdeltuiten onder de middelenverslaafden” (14/12/2014), HP de Tijd
  4.   Weblink bron “Zangeres Liesbeth List (78) overleden” (27-03-2020), NOS