• ge·va·ri·eerd
vervoeging van: variëren…
verbogen vorm: gevarieerde

gevarieerd

  1. voltooid deelwoord van variëren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gevarieerd gevarieerder gevarieerdst
verbogen gevarieerde gevarieerdere gevarieerdste
partitief gevarieerds gevarieerders -

gevarieerd

  1. met veel afwisseling
    • Het is belangrijk een gevarieerd menu te eten. 
    • Er kwamen gevarieerde kritieken op het nieuwe boek van de beroemde schrijver, sommige recensenten vonden het een meesterwerk terwijl anderen het boek het papier niet waard vonden waar het opgedrukt stond. 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be