geseling
- Geluid: geseling (hulp, bestand)
- IPA: / ˈɣesəˌlɪŋ / (3 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /ˈχe.səɫɪŋ/, /ˈχe.sɔɫɪŋ/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ˈɣeː.zəlɪŋ/
- ge·se·ling
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geseling | geselingen |
verkleinwoord | geselingetje | geselingetjes |
de geseling m
- de zwaarste niet-verminkende lijfstraf
- Een kermis is een geseling waard.
voor een pleziertje moet je iets (onaangenaams) overhebben
- Het woord geseling staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geseling" herkend door:
84 % | van de Nederlanders; |
89 % | van de Vlamingen.[1] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be