kastijding
- Geluid: kastijding (hulp, bestand)
- kas·tij·ding
- Naamwoord van handeling van kastijden met het achtervoegsel -ing
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | kastijding | kastijdingen |
verkleinwoord | kastijdinkje | kastijdinkjes |
de kastijding v
- een lijfelijke afstraffing
- Hij onderging een vreselijke kastijding.
- Het woord kastijding staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.