genaamd
- Geluid: genaamd (hulp, bestand)
- IPA: / ɣəˈnamt / (2 lettergrepen)
- (Noord-Nederland): /χəˈnaːmt/
- (Vlaanderen, Brabant, Limburg): /ɣəˈnaːmt/
- ge·naamd
- oorspronkelijk vervoeging van namen: de stam met omvoegsel ge- -d , maar op te vatten als pseudodeelwoord afgeleid van naam zn met het omvoegsel ge- -d [1][2]
stellend | |
---|---|
onverbogen | genaamd |
verbogen | genaamde |
genaamd
- een bepaalde naam hebbend
- Dit deflatie genaamde proces van prijsverlagingen is nog gevaarlijker voor een economie dan zijn tegendeel, inflatie genaamd.
- ▸ Ik was aan het ontbijten aan een picknicktafel toen er een man genaamd Josh bij me kwam zitten.[3]
- Het woord genaamd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "genaamd" herkend door:
99 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[4] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ genaamd op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Tim Voors“Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be