• ge·luks·bren·ger
enkelvoud meervoud
naamwoord geluksbrenger geluksbrengers
verkleinwoord geluksbrengertje geluksbrengertjes

de geluksbrengerm

  1. voorwerp of wezen dat volgens bijgeloof op magische wijze tot gunstige resultaten kan leiden
     Bij een ander experiment moesten deelnemers zo veel mogelijk anagrammen oplossen. Ze mochten tijdens die opdracht een geluksobject op tafel zetten. Maar bij de helft van de deelnemers werd hun geluksbrenger weggehaald, zogenaamd omdat er een foto van moest worden gemaakt. Zij kregen het object pas na de opdracht weer terug. Tijdens het onderzoek bleek dat mensen veel minder anagrammen oplosten bij afwezigheid van hun geluksobject.[1]
     (…) de paulownia, ook wel saffierboom of keizerinneboom, is een Chinese boom die nog steeds geplant wordt als geluksbrenger en om de feniks, die uitsluitend daarin zou landen, aan te trekken.[2]
  1. Dennis Rijnvis
    “'Bijgeloof verbetert prestaties'” (15 juni 2010) op nu.nl  
  2.   Weblink bron
    Anneleen De Coux
    “‘De ornamentenversierde cither heraangeraakt’. De metapoëzie van Jacques Hamelink.”, proefschrift (2012), Vrije Universiteit Brussel, p. 586/587