gelijnd
- ge·lijnd
- ww: vervoeging van lijnen: de stam met omvoegsel ge- -d
- bn: pseudodeelwoord afgeleid van lijn zn met het omvoegsel ge- -d [1]
vervoeging van: | lijnen… |
geen verbogen vorm |
gelijnd
- voltooid deelwoord van lijnen
- vormt de voltooide tijden
- Ik heb jarenlang gelijnd en allerlei diëten gevolgd.
- vormt de onpersoonlijke lijdende vorm
- In de modellenwereld wordt veel gelijnd.
stellend | vergrotend | overtreffend | |
---|---|---|---|
onverbogen | gelijnd | gelijnder | gelijndst |
verbogen | gelijnde | gelijndere | gelijndste |
partitief | gelijnds | gelijnders | - |
gelijnd
- met lijnen
- Ik heb een gelijnd en een geruit schrijfblok gekocht.
- met een bepaald figuur, omtrek
- Hij heeft een fraai gelijnde boot.
- [1] gelinieerd
- Het woord gelijnd staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gelijnd" herkend door:
93 % | van de Nederlanders; |
97 % | van de Vlamingen.[2] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be