Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·lei·dings·band
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord geleidingsband geleidingsbanden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

geleidingsband

  1. (natuurkunde) de band direct onder de valentieband waarin elektronen in een atoom rond een kern zich kunnen bevinden en die bij geleiders praktisch samenvalt met de valentieband
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

Meer informatie