• geld·zucht
enkelvoud meervoud
naamwoord geldzucht
verkleinwoord

de geldzuchtv / m

  1. de te sterke drang naar financiële rijkdom
     De Italiaanse schrijfster Natalia Ginzburg zegt in haar Tsjechov-biografie: 'Zijn hele gedachtewereld en dagelijks leven werden beheerst door geldzucht en door religieuze handelingen.[3]
     In de Tweede Kamer was er meteen al veel verbazing en woede over het besluit van het bedrijf. Zo riepen de VVD en Denk op tot een boycot en haalde de ChristenUnie de bijbeltekst 'geldzucht is de wortel van alle kwaad' aan.[4]
  1. geldzucht op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. “Het brilletje van Tsjechov : reizen door Rusland” (2014), Atlas Contact  , ISBN 9789045024875
  4.   Weblink bron “Tweede Kamer eist dat Booking.com bonusbedrag terugbetaalt” (02-06-2021), NOS