geldsom
- geld·som
- samenstelling van geld zn en som zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geldsom | geldsommen |
verkleinwoord | sommetje geld | sommetjes geld |
- (financieel) een grotere hoeveelheid geld
- De Duitse douane kwam de kunstverzameling bij toeval op het spoor. Bij een routinecontrole op de trein van Zürich naar München ontdekten ze dat Cornelius Gurlitt een grote geldsom bij zich had. Ze besloten tot een huiszoeking. In de flat troffen ze geen sporen van belastingontduiking aan, wel zelfgetimmerde wandrekken vol kunst. [1]
- Verschillende media berichtten de afgelopen dagen over geruchten dat Froome een grote geldsom (rond de twee miljoen euro) zou zijn geboden om te starten in de Giro – al dan als onmogelijk geachte combinatie met de Tour. Dat geld zou vanuit Israël komen, waar de eerste drie etappes van de komende Giro worden gereden.[2]
1. hoeveelheid geld
- Het woord geldsom staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "geldsom" herkend door:
98 % | van de Nederlanders; |
98 % | van de Vlamingen.[3] |
- ↑ de Standaard 3 NOVEMBER 2017
- ↑ Tubantia Thijs Zonneveld 29-NOVEMBER-2017
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be