geldnemer
- geld·ne·mer
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geldnemer | geldnemers |
verkleinwoord |
de geldnemer m
- (financieel) iemand die geld ontvangt, leent of opneemt bij een bank
- Mijn economie-examenkandidaten leerde ik destijds het volgende ezelsbruggetje: de hypotheeknemer is de geldgever en de hypotheekgever is de geldnemer.[1]
- Bankiers waren tot in de jaren zeventig vakmensen die als regenten uitmaakten wat goed was voor de klant. Het idee dat de klant vroeger veel te vertellen had, is onzin. Voorop stond het beheersen van risico en wel dat van de klanten als van de bank zelf. De financiële intermediatie via banken, de bemiddeling tussen geldgevers en geldnemers, liep via de balans. Daarbij stond transparantie (grote openheid van zaken) zeker niet voorop. Integendeel.[2]
- Het woord geldnemer staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.