(figuurlijk) van iets waar je zoveel last van hebt dat je er een psychische stoornis aan kunt overhouden
De positieve teneur kan niet verhullen dat er her en der in woonwijken echte problemen zijn. Al geeft slechts 3 procent aan ruzie te hebben met de buren, het kan gekmakend zijn. [1]
Waarom is Wie is de Mol? zo gekmakend en verslavend? De identiteit van dé meesterbedrieger blijft ook voor ons tv-kijkers geheim. Je kan de saboteur op meerdere manieren proberen te ontmaskeren. Wie gedraagt zich bijvoorbeeld het meest verdacht? [2]
Maar sinds opa Ben is gepensioneerd, bemoeit hij zich ineens met alles in huis. In de woorden van oma Jeanne: "Dan staat hij ook in de keuken en vraagt: waarom doe je daar zoveel peper op, waarom doe je dat water in de pan?" Laten we eerlijk zijn: dat ís natuurlijk ook gekmakend. [3]