• ge·grond
  • vervoeging van gronden: de stam met omvoegsel ge- -d, zonder -d omdat de stam al op -d eindigt [1]
vervoeging van: gronden…
verbogen vorm: gegronde

gegrond

  1. voltooid deelwoord van gronden



stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gegrond gegronder gegrondst
verbogen gegronde gegrondere gegrondste
partitief gegronds gegronders -

gegrond

  1. het terecht of deugdelijk onderbouwd zijn van een standpunt of mening
    • Zij heeft gegronde redenen om die baan te weigeren. 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[2]