geelbandhoningeter
Nederlands
Uitspraak
- (IPA in voorbereiding)
Woordafbreking
- geel·band·ho·ning·eter
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van geelband zn en honingeter zn
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | geelbandhoningeter | geelbandhoningeters |
verkleinwoord | geelbandhoningetertje | geelbandhoningetertjes |
Zelfstandig naamwoord
de geelbandhoningeter m
- (zangvogels) Notiomystis cincta een zeldzame vogel die sterk lijkt op een kleine honingeter (familie Meliphagidae ) maar niet tot deze familie behoort. De vogel is endemisch op het Noordereiland en de aangrenzende eilanden voor de kust van Nieuw-Zeeland. De vogel werd overal uitgeroeid behalve op een klein eiland voor de kust. Dankzij een uitgebreid soortbeschermingsplan kon deze vogel worden gered en opnieuw worden geïntroduceerd op drie andere kleine eilanden en op twee locaties op het Noordereiland
Hyperoniemen
Gangbaarheid
- Het woord 'geelbandhoningeter' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.