• ge·drags·stoor·nis
enkelvoud meervoud
naamwoord gedragsstoornis gedragsstoornissen
verkleinwoord gedragsstoornisje gedragsstoornisjes

de gedragsstoornisv

  1. (psychologie) structurele afwijking in iemands gedragspatroon, met name gezegd van minderjarigen
    • Je spreekt pas van een gedragsstoornis als een kind of adolescent minstens een half jaar aanhoudend opstandig, vijandig en negatief gedrag vertoont.