Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • ge·de·co·reerd
Woordherkomst en -opbouw

Werkwoord

vervoeging van: decoreren…
verbogen vorm: gedecoreerde

gedecoreerd

  1. voltooid deelwoord van decoreren
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gedecoreerd gedecoreerder gedecoreerdst
verbogen gedecoreerde gedecoreerdere gedecoreerdste
partitief gedecoreerds gedecoreerders -

Bijvoeglijk naamwoord

gedecoreerd

  1. van iets: dat het mooier gemaakt is
    • Hij woonde in heel heel uitbundig gedecoreerd huis. 
  2. van een persoon: dat deze persoon een ridderorde of andere hoge onderscheiding heeft gekregen

Meer informatie

Gangbaarheid