• ge·bi·ast
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen gebiast gebiaster (gebiastst) *
verbogen gebiaste gebiastere (gebiastste) *
partitief gebiasts gebiasters -

gebiast

  1. een goed afgestelde voorspanning bij een buizenversterker
    • Een niet goed gebiaste buizenversterker klinkt of te iel (bij een te laag afgestelde bias) of slijt te snel (bij een te hoog afgestelde bias). 
  2. bevooroordeeld
    • De uitkomsten van dit door foute aannames gebiaste onderzoek zijn onbetrouwbaar 
  • Omdat "-stst" moeilijk is uit te spreken en te verstaan kan voor de overtreffende trap beter de omschrijving "meest gebiast(e)" worden gebruikt. [1] [2]
  1.   Weblink bron
    W. Haeseryn e.a.
    “6.4.3.1.2 Omschrijving van de trappen van vergelijking met meer en meest.” (januari 2019), punt 4 op e-ans.ivdnt.org (Algemene Nederlandse Spraakkunst)
  2.   Weblink bron “Omschreven trappen van vergelijking (algemeen)”, punt 3. op taaladvies.net (Nederlandse Taalunie)