Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • gast·vrij·heid
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord gastvrijheid gastvrijheden
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de gastvrijheidv

  1. hartelijkheid voor gasten
     Jaren later liep ik op mijn 42ste de 88 Tempels Trail, een pelgrimstocht van 1.300 kilometer door Japan. Daar ondervond ik voor het eerst hoe verslavend lopen kan zijn. De Japanse bergen, tempels en gastvrijheid waren indrukwekkend.[1]
Synoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers  
  2.   Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be