hospitaliteit
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- hos·pi·ta·li·teit
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | hospitaliteit | hospitaliteiten |
verkleinwoord | - | - |
Zelfstandig naamwoord
de hospitaliteit v
Vertalingen
1. zie: gastvrijheid
Gangbaarheid
- Het woord hospitaliteit staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "hospitaliteit" herkend door:
96 % | van de Nederlanders; |
91 % | van de Vlamingen.[3] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ hospitaliteit op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be