gasbel
Nederlands
Uitspraak
Woordafbreking
- gas·bel
Woordherkomst en -opbouw
- samenstelling van gas en bel
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | gasbel | gasbellen |
verkleinwoord | gasbelletje | gasbelletjes |
Zelfstandig naamwoord
- (natuurkunde) met gas gevulde blaas in een vloeistof
- opeenhoping van gas in de bodem
Synoniemen
Verwante begrippen
Gangbaarheid
- Het woord gasbel staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "gasbel" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
95 % | van de Vlamingen.[1] |
Meer informatie
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
Verwijzingen
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be