garnaal
- gar·naal
- In de betekenis van ‘schaaldier’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1657 [1]
enkelvoud | meervoud | |
---|---|---|
naamwoord | garnaal | garnalen |
verkleinwoord | garnaaltje | garnaaltjes |
de garnaal m
- (kreeftachtigen) (voeding) een schaaldier behorende tot de geleedpotigen dat op de bodem van de zee leeft en door menigeen als een culinaire traktatie wordt beschouwd
- garnaalkroket, garnaalkruien, garnalencocktail, garnalenpasta, garnalenpeller, garnalenplant, garnalenvangst, garnalenverstand, garnalenvloot, garnalenzemelen
- Een garnaal heeft ook een hoofd.
Gezegd van een eigenwijs kind.
- Het verstand van een garnaal hebben.
Erg dom zijn.
1.
- Het woord garnaal staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "garnaal" herkend door:
100 % | van de Nederlanders; |
99 % | van de Vlamingen.[2] |
- Zie Wikipedia voor meer informatie.
- ↑ "garnaal" in: Sijs, Nicoline van der, Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org; ISBN 90 204 2045 3
- ↑ Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be